Molen De Beer / Het Beertje, Wormer

Wormer, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Beer / Het Beertje
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen, verfmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01106 o
oude dbnr.
V4269
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 01106 o De Beer / Het Beertje (Wormer)
Foto: verzameling F. Rol, opname 1895

locatie

plaats
Wormer
plaatsaanduiding
aan en buiten de Wormerringdijk ten zuidwesten van de Bartelsluis
gemeente
Wormerland, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Wormer en Engewormer F (2) 316 Erve Klaas Kuiper
geo positie
X: 115791, Y: 500073
N: 52.48697, O: 4.80996

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Enkel slagwerk, later twee koppel kantstenen met bijbehorende buulkisten en een stamperij
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
ca. 20 m
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1897 onttakeld 1901 gesloopt
geschiedenis
De Beer werd in 1649 gebouwd als enkelwerks oliemolen. Het was geen grote molen waardoor in de volksmond al gauw van "het Beertje" werd gesproken. De vlucht van de molen was 69 voet, ongeveer 20 meter. De windbrief van de Beer werd op 16 september van het eerder genoemde jaar uitgereikt aan Hendrick Jansz. Engel c.s. In 1655 kocht Pieter Claesz. Pietersen de helft van de molen van Jan Heijndricksen en Pieter Jansz. Engel, voor Fl.2015,-. Op 12 maart 1656 werd het volgende verkocht:"de hennipmolen "de Beer", staende beoosten de Saen in den ban van Wormer, met steenen olieback, vier stampers en met 17 olitonnen daarbij, met de seijlen en voort met sijn toebehooren gesien of ongesien met de voet stooten". Het is niet duidelijk of nu de gehele molen of slechts een half aandeel wordt verkocht, in ieder geval werd er Fl.2375,- voor betaald. Op 14 juni 1727 wordt het olieslagerscontract opgericht, waar in eerste instantie alleen goederen werden verzekerd. Op die dag wordt de lading van de Beer door de firma Kluys en Elslant. Deze firma bezit naast de Beer ook nog de volgende oliemolens:"de Zeeman", "de Sint Willibrordus", "de Roggebloem", "de Bagijn", "de Wildeman", "de Haan" en "het Witte Paard".
Uit het bedrag dat Kluys en Elslant moeten betalen bij het afbranden van een collega blijkt dat de Beer reeds is veranderd in een dubbele oliemolen. Eigenaars van dubbele oliemolens betaalden nl. Fl.50,- aan hun gedupeerde collega, had men een enkelwerks oliemolen, dan moest er Fl.30,- worden betaald. Wanneer op 12 juli 1733 het OC voor de molens zelf wordt opgericht wordt de Beer hierin opgenomen door Gisbert Davisse Elslandt, de waarde van de Beer bedroeg Fl.2000,-. Het Beertje blijft tot 4 oktober 1802 verzekerd bij het OC. Mogelijk blijft de molen een poos stilstaan, want pas in 1816 wordt het binnenwerk uit de molen verwijderd en krijgt de Beer een nieuwe functie, nl. die van verfmolen. Wat er van 1802 tot 1816 met de Beer is gebeurd blijft onduidelijk. Het binnenwerk van het Beertje heeft bestaan uit twee koppel kantstenen met bijbehorende buulkisten en een stamperij. In de molen werden ruwe mineralen vermalen, die werden gebruikt voor het maken van schildersverf.
De nieuwe eigenaar van de Beer is
de firma Cornelis Kuijper & Zoon. Deze firma bezit reeds de verfmolens “de Rob”, “de Uil”, “de Snijder”, “de Jonge Kuiper” en “de Bootsmansmaat”, allen gelegen in Wormer. De laatste Kuijper die de firma gaande hield was Cornelis Kuijper, die in 1802 was geboren in Wormer. In 1834 koopt hij de Zaandijker verfmolen “de Valk”, hiermee kan worden gesteld dat de firma Kuijper beslist de grootste verfproducent was op dat moment. Waarschijnlijk beseft hij dat zelf ook en gaat hij op zoek naar een nieuwe uitdaging. Op 1 juni 1838 verkocht hij zijn gehele verfzaak aan drie van zijn kantoorbedienden, dit waren Pieter Haremaker, Rens de Graaf en Dirk Buys Cz.. Cornelis Kuijper richtte zijn pijlen toen op de opkomende textiel industrie in Twente. In 1845 overleed Kuijper nadat hij door een ongeluk zijn been had gebroken.
De nieuwe onderneming die in 1838 was gesticht, firma Haremaker de Graaf & Comp., valt in 1851 uit elkaar, hierna wordt er een nieuwe firma opgericht die onder de naam Haremaker, Buys & Cie. gaat werken. Het merendeel van de Wormer verfmolens blijft onder deze firma draaien.
In 1861 komt de Beer in handen van P.W.Peereboom. Tijdens een zwaar onweer, op de avond van 1 juni 1866, wordt de Beer raak geslagen door de bliksem waarna er brand ontstaat. Door hulp van passanten en buren en de brandweer kan de molen behouden blijven, er wordt echter niet voorkomen dat de molen zware schade lijdt. De schade werd rond de Fl.1200,- getaxeerd. Er moest o.a. een nieuwe roed worden gestoken, kap en lijf moesten van nieuw riet worden voorzien, er was een nieuw koningsspil nodig en het boventafelement en de waterbalie dienden te worden gerepareerd. Na het overlijden van Peereboom wordt het Beertje vanaf nu door zijn weduwe gaande gehouden. Vanaf toen ging het bedrijf verder onder de naam Weduwe P.W.Peereboom. De molen die was verzekerd bij het papiermakerscontract had een verzekerde waarde van Fl.6000,-, later werd dit teruggebracht naar Fl.5000,-. Tot 1897 blijft het Beertje op windkracht produceren. In laatstgenoemd jaar laat de firma Peereboom een petroleummotor installeren, die voortaan het binnenwerk gaat aandrijven. De Beer werd gesloopt tot en met zijn lege zolder, waarna de stomp van de molen zo blijft staan. In 1901 stopt de firma Peereboom met het produceren van verfstoffen en verhuist naar de Veerdijk in Wormer. Vanaf nu richtte zij zich alleen nog maar op het verhandelen van verfstoffen. In maart van dat jaar werden de petroleummotor en het binnenwerk van de Beer te koop aangeboden. Kort hierna is de stomp van de molen gesloopt. De schuur van de Beer werd toen verbouwd tot pakhuis en is tot op de dag van vandaag, zij het onherkenbaar, aanwezig als kantoorpand. De firma Peereboom is in de jaren zestig gefuseerd met de van oorsprong Koger verffirma Storm, van Benthem & Kluyver. Dit bedrijf is later bekend geworden als SBK-Lakchemie en is omstreeks 1995 opgeheven.

De inwoners van Wormer hadden/hebben de bijnaam “stienegooiers”. Deze scheldnaam hadden zij gekregen na de brand van de Beer in 1866. Tijdens deze brand schiet de Zaandijker brandspuit te hulp. De spuit was op een schuit gezet en voer naar Wormer om zo assistentie te verlenen bij het blussen. Door onderlinge rivaliteit werden de Zaandijker brandweerlieden onthaald met een regen van stenen. Sindsdien praat men over de “Wormer stienegooiers”.

Bronnen:
“Gedenkboek van het olieslagerscontract” 1912
“250 Zaanse molens” R.Couwenhoven 2001 blz.90
“Zaanse windmolens” P.Boorsma 1939 blz.14
“Zaanse molenbranden” R.Couwenhoven 2001 blz.58-63
“Encyclopedie van de Zaanstreek” 1991 blz. 683/731
“Molens in de Zaanstreek in oude ansichten deel 1” T.Neuhaus 1987 blz.95
“Duizend Zaanse molens” P.Boorsma 1968 blz.187
“Viere voor!” G.Husslage Dz. 1966 blz.43
De windbrief, uitgave van vereniging de Zaanse molen, jaargang 13 nr.48 blz. 6-9

Informatie van F. Rol.

aanvullingen

trivia
In het dorp Wormer gemeente Wormerland (Zaanstreek) is vandaag een begin gemaakt met de sloop van de restanten van molen De Beer ook wel Het Beertje genoemd. Wat nu nog reste van deze molen was een deel van de schuur waarvan de kap was verhoogd en de volledige gemetselde fundering , in de balklaag die hier later over is aangebracht zijn nog delen van waarschijnlijk het onderachtkant verwerkt.
Ook het motorhok was/is nog aanwezig. Naast het restant ligt ook nog een hardstenen legger. Jammer dat van dit alles morgen middag waarschijnlijk niets over is.
Wel wil ik proberen de steentjes van de fundering en de legger van de sloper te kopen, zo blijft er misschien toch nog een kleine herinnering van Het Beertje bewaard.
Informatie van Bart Nieuwenhuijs, 14 okt. 2004