Molen De Mol, Wormer

Wormer, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Mol
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01106 d
oude dbnr.
V1365
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 01106 d De Mol (Wormer)
Foto: ansichtkaart nr. 133 (uitg. K. Tanger)

locatie

plaats
Wormer
plaatsaanduiding
Aan de Zaan en de Wormerringdijk, waar de Zandweg begint
gemeente
Wormerland, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Wormer en Engewormer F (1) 187 Vas en Compagnie
geo positie
X: 114840, Y: 501139
N: 52.49648, O: 4.79583

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Dubbel oliewerk
versieringen
Eenvoudige baard met het opschrift Anno 1783.
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verplaatst
verplaatst naar
geschiedenis
De Mol is gebouwd in het jaar 1691. Op 23 november van dat jaar werd de windbrief van deze oliemolen uitgereikt aan Jacob Pietersz. Banning. Eerder in dat jaar had Pieter Pietersz. Mol, zeer waarschijnlijk een broer van de bouwheer, het land gekocht van veerman Hendrick Dircksz., waarop de molen gebouwd zou worden. De Mol werd op 21 mei 1699 door Banning tegen brand verzekerd in een assurantiecontract.

Bij de oprichting van het olieslagerscontract voor ladingen op 14 juni 1727 werd ook de Mol hierin verzekerd, eigenaar van de molen was toen Johannes Haentjes. De opstal van de molen zelf werd pas op 3 mei 1783 bij het OC verzekerd. Voor het OC contract was dit echter een kat in de zak, want op 7 april 1786 brandde de Mol tot de grond toe af. Het OC keerde voor de lading van de molen een bedrag van ƒ 2131,15 uit, voor de molen werd er ƒ 4500,- betaald. Deze gelden werden uitgekeerd aan de Weduwe C.Mol, die op de plaats van de verbrande molen een nieuwe liet bouwen.

De nieuwe Mol was een fraaie molen, gebouwd op een zeer grote vierkante onderbouw met de schuur naar het zuiden gericht. Het geheel was heel lichtgroen geschilderd en afgezet met donkergroen, dit kwam vroeger veel vaker voor bij Zaanse molens, maar is nu meestal vervangen door teer of een donkere kleur groen.

Tegen het einde van de achttiende eeuw kwam de Mol in bezit van de Wormerveerder olieslager Jan Vas. In zijn tijd behoorde Jan Vas tot een der grotere moleneigenaars. Vas bezat zo'n 16 oliemolens, die allemaal waren gelegen in Wormer, Wormerveer en West-Knollendam. Toen Vas in 1824 overleed, werden de zaken voortgezet door zijn weduwe Lijsbeth Cornelis Kuyper en haar schoonzuster, Aaltje Vas. Samen richtten zij de firma Vas & Comp. op, waarvan Jan Bruyn directeur werd. Bij de oprichting van deze firma moesten beide dames een molen uit hun bezit aan elkander afstaan. Aaltje Vas ruilde haar Wormerveerder oliemolen "de Vlijt" in voor "de Liefde".

De firma Vas & Comp. hield in 1828, na het overlijden van Lijsbeth Kuyper, op te bestaan. Bij de verdeling van het bedrijf kreeg Aaltje Vas vijf molens toegewezen, waaronder "de Mol". Na het overlijden van Aaltje Vas in 1836, kreeg de zoon Vasterd Vas Visser o.a. de oliemolens in zijn bezit. Lang hiled Vas de molens niet in bedrijf, want 16 februari 1839 verkocht hij de Mol en "de Liefde" aan Evert Smit, die hiermee zijn laatste twee molens verwerfde.

De Mol bleef na de dood van Evert Smit in 1843 als een der weinige molens in bezit van de familie Smit. Klaas Smit, Everts zoon, verdeelde de reusachtige erfenis van Evert Smit en bedeelde zichzelf de Mol toe. Van de zeventien molens die Evert Smit gaande hield, bleven er zes binnen de familie. Later nam Klaas Smit ook nog de Oostzaandammer oliemolen "de Zeeman" onder zijn hoede.

In 1881 werd de Mol gekocht door Cornelis Wildschut uit Jisp, die eigenaar was van de firma Wildschut & Co. Deze firma bestond sinds 1824 en had de respectievelijk Wormer en Jisper oliemolens "de Herder" en "de Walvisch" onder haar beheer. In 1903 overleed Cornelis Wildschut, hiermee kwam er een einde aan het molentijdperk van deze oude firma. De molen werd afgebroken, waarna het achtkant verhuisde naar Hensbroek (N.H.), om daar als korenmolen te gaan functioneren onder de naam "de Jonge Ruiter", aldaar is de molen in 1929 verdwenen (zie databasenr. 1389).

De onderbouw, met daarin het binnenwerk, en de schuur bleven aan de Zaan staan en werden voorzien van een stoommachine. Naast deze stoomfabriek hield de firma Wildschut ook nog een paar jaar de Jisper oliemolen “de Walvisch” als reserve. De Mol bleef verzekerd binnen het OC tot 20 juni 1911, daarna koos de firma Wildschut voor een andere verzekering. De laatste verzekerde waarde van de Mol bedroeg voor de fabriek ƒ 27.000,- en voor de lading maar liefst ƒ 53000,-, als er brand zou uitbreken, zou de verzekering het niet eens hebben kunnen dekken.

Tot omstreeks 1925 bleef de Mol als olieslagerij in bedrijf, daarna kwam hij tot stilstand. In 1928 werden de panden gekocht door K.J. Gerkens, die de olieslagerij als olieraffinaderij inrichtte. De oude stoomolieslagerij “de Mol” werd in de loop der jaren vele malen verbouwd en vergroot. Vanaf 1958 stapte de firma Gerkens over op het produceren van cacaoboter, iets wat het tot op de dag van vandaag nog steeds doet. Gerkens Cacao is nog steeds gevestigd op de plaats van de Mol, ook heeft men een grote fabriek op de oude standplaats van de Oostzaandammer oliemolen “de Jonker”, welk ook is vernoemd naar zijn voorganger.
(voor meer informatie over het bedrijf Gerkens, zie www.Gerkens.nl)

Bronnen:
"het Olieslagerscontract" R. Couwenhoven 2002 blz. 67-72/92-95/107
"Gedenkboek van het olieslagerscontract" 1912
“Duizend Zaanse molens” P. Boorsma 1968 blz. 189-190
“Encyclopedie van de Zaanstreek” 1991 blz. 261
“Molens in de Zaanstreek in oude ansichten deel 1” T. Neuhaus 1987 blz.100

Informatie van F. Rol

aanvullingen

trivia
De Mol werd in 1904 verkocht aan de familie S.P. Molenaar te Hensbroek voor ƒ 4800.
Vincent Borst, 18 november 2008.
-----

Eind 2014 verkreeg de Oudheidkundige Commissie Jisp een serie glasplaatnegatieven gemaakt door Adrianus Wildschut (1872-1944). Hieronder zijn er enkele die het binnenwerk van De Mol tonen, na de installatie van de stoommachine in 1904. De platen zijn ter bewaring in bruikleen gegeven aan het Waterlands Archief.
Bron: Beelden van Jisp van 100 jaar oud, artikel door Koos Reitsma in Dagblad Waterland, 12 dec. 2014.