Molen De Palmboom, Krommenie

Krommenie, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Palmboom
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
korenmolen, doppenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01067 a
oude dbnr.
V756
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 01067 a De Palmboom (Krommenie)
Foto: verzameling F. Rol omstreeks 1905

locatie

plaats
Krommenie
plaatsaanduiding
Aan en ten zuiden van de Heilige weg, waar deze overgaat in de Militaire weg.
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
geo positie
X: 112375, Y: 501806
N: 52.50229, O: 4.75945

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
versieringen
Binnenin De Palmboom hing een bord met daarop het volgende vers aangebracht,

'Door 's Heeren zegen wind en kracht'
'Wordt hier het graan tot meel gebracht'
'Niet door de stoom of door het vuur'
'Maar door de werking der natuur'

plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1913 onttakeld 1924 gesloopt
geschiedenis
Krommenie kreeg zijn meelmolen in het jaar 1604. Voordat deze molen er stond zullen de inwoners van Krommenie hun graan vermoedelijk op de Assendelver meelmolen hebben laten malen.
Op 31 maart 1604 werd een acte opgesteld waarin het volgende stond beschreven, dat aan Jacob IJsbrantsz. toestemming werd gegeven “een meelmolencken te moghen stellen op den Heyligen wech omtrent Crommenije.” Jacob IJsbrantsz. verklaarde tegelijkertijd het volgende, “dat hij, gecoft heeft een cleyn wypmolencken daerinne de
steenen commen watermolensgewijs, jegenwoordich staende in de banne van Ilpendam, welck hij gaerne soude stellen tusschen Crommenye en Crommenyerdijck op den Heyligen Wech tot geryeff van de gemeente van de selve plaatsen.”
Het windgeld dat IJsbrantsz. jaarlijks moest afdragen aan het bestuur van Holland bedroeg 2 pond en 10 schellingen. De Krommenieër meelmolen was dus een tweedehands wipmolen die afkomstig was uit de buurt van Ilpendam.
In 1663 was Paulus Willemsz. molenaar op De Palmboom, hij werd later opgevolgd door zijn zoon Pieter Paulusz., laatstgenoemde was in 1685 molenaar op de Krommenieër meelmolen. Veel meer gegevens over de vroege tijd van De Palmboom zijn er niet voorhanden.
Voor het jaar 1734 werd de oude wipmolen gesloopt en vervangen door een bovenkruier. In welk jaar dit precies gebeurde blijft vooralsnog onbekend.
In 1742 behoorde De Palmboom toe aan Gerrit Adriaense en Jacob Sybrantse, beide bezaten een half aandeel in de molen. Hierna ging de meelmolen nog vele malen van de hand.
Aan het einde van de achttiende eeuw was de molen het bezit van Klaas Kuyper en Jan Simonsz. Duyn. Zij verkochten De Palmboom op 2 maart 1797 aan Jan Jacobsz. Duyn, die de molen op zijn beurt, op 6 december 1804, doorverkocht aan Jan Jansz. Duyn. Hoelang de familie Duyn met de molen bleef werken is mij niet bekend.
Op 7 april 1847 raakte de molen ’s nachts om 2.00 uur bij mooi weer in brand en werd hij geheel in de as gelegd. De oorzaak van de brand werd niet achterhaald, maar geruchten van nalatigheid en brandstichting doen vermoeden dat er iets niet pluis was. De molen was op dat moment het bezit van Willem Avis.
Er volgde herbouw met een achtkante bovenkruier grondzeiler, die groter was en meer capaciteit bezat dan zijn voorganger.
In 1887 werd De Palmboom gekocht door Jan Terra, wiens familie met de Assendelver meelmolen De Blijdschap maalde. De molen zou lang in bezit blijven van Terra, pas in 1913 deed hij afstand van de molen en bood hij hem op een veiling te koop aan. De Palmboom werd toen gekocht door Jacob Klooster die voortaan doppen met de molen ging malen. De doppenmalerij duurde echter maar enkele maanden en tegen het einde van 1913 liet Klooster kap, as en roeden van de molen verwijderen. De overgebleven romp van De Palmboom ging voortaan als opslagplaats dienst doen voor goederen als aardappelen en cacaobonen.
In mei 1924 verdween de overgebleven romp van De Palmboom om ruimte te creëren voor een verbreding van de Heilige weg.

Met de sloop van De Palmboom verloor Krommenie haar laatste windmolen.

Bronnen:
“Duizend Zaanse Molens” P.Boorsma 1968 blz. 201
“de Zaende” 5e jaargang 1950 blz. 228
“Zaanlandsch jaarboek” G.J.Honig en S.Lootsma 1934 blz. 137-139
“Molens in de Zaanstreek in oude ansichten deel 1” T.Neuhaus 1987 blz. 106
“Krommenie, zevenhonderdvijftig” uitgave van het historisch genootschap Crommenie 2001 blz. 128
F. Rol, Zaandijk.

aanvullingen

trivia
Meelmolen, later doppenmolen “de Palmboom”, achtkante grondzeiler, te Krommenie aan en ten zuiden van de Heilige weg, waar deze overgaat in de Militaire weg. Bouwjaar 1847, onttakeld in 1913, gesloopt in 1924.