Molen Het Herderskind, Zaandijk

Zaandijk, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Het Herderskind
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
papiermolen, zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01066
oude dbnr.
V2045
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 01066 Het Herderskind (Zaandijk)
Foto: verzameling F.Rol, opname 1905

locatie

plaats
Zaandijk
plaatsaanduiding
In het Guisveld aan de zuidkant van de Noorderwatermolensloot, 570 meter ten westen van de spoorlijn
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandijk A (1) 203 Jacob en Klaas Breet, papierfabrikeurs
geo positie
X: 114831, Y: 499040
N: 52.47762, O: 4.79595

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Tot het jaar 1856 was de molen ingericht als witpapiermolen, daarna werd de molen ingericht als balkenzager.
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Met de bouw van de witpapiermolen het Herderskind in 1693, was de familie ‘herder’ compleet. De windbrief van het Herderskind werd op 8 april 1694 verleend aan Jan Jacobsz. Doncker uit Wormerveer. Jaarlijks moest er een bedrag van Fl.9,00 aan windgeld worden betaald, hetgeen een hoog bedrag was in vergelijking met ander molens. Jan Jbz. Doncker was directeur van de rederij “de Herder”, met de bouw van het Herderskind werden de zaken dus uitgebreid. In 1696 werd de rederij opgesplitst in twee aparte rederijen, Jan Doncker werd de nieuwe directeur van de rederij met het Herderskind. Dit bleef hij tot het jaar 1718, daarna kwam het Herderkind geheel in handen van Grietje Gijsberts van Elstland, haar echtgenoot had nl. alle aandelen gekocht. Helaas overleed Grietje nog in hetzelfde jaar zodat zij maar weinig plezier aan de molen beleefde. Grietje van Elstland had testamentair laten vastleggen dat haar erfenis pas na 16 jaar en 6 weken verdeeld mocht worden. Waarom dit zo moest is niet bekend. De waarde van het Herderkind werd geschat op ruim Fl.12000,-, de lading op ruim Fl.2200,-. De erfgenamen van Grietje van Elstland wilden niet zelf met de molen gaan werken en verkochten het Herderkind. Op 31 januari 1733 werd de molen geveild en gekocht door Cornelis Jacobsz. Honig voor Fl.12000,-.
Cornelis Honig was samen met zijn broer Jan Honig eigenaar van de Zaandijker papiermolens “de Vergulde Bijkorf” en “de Veenboer”. Het Herderkind was echter een privé aankoop van Cornelis Honig, de molen kwam niet voor de firma te werken. In 1738 kwam er een einde aan de firma van beide broers, zij besluiten om hun bezit te verdelen en ieder zijn eigen weg te gaan. Cornelis Honigh ging verder met “de Veenboer” en het Herderskind. Jan Jacobsz. Honigh verkreeg de Vergulde Bijkorf. Kort na deze scheiding kocht Jan Honigh ook de Wormer papiermolen “de Eendracht”. Cornelis Honig overleed in 1755, beide molens kwamen toen in bezit van zijn zoon Jacob Czn. Honig. Deze Jacob Honig stierf op 15 mei 1770, waarna zijn erfgenamen het Herderskind en “de Veenboer” verkochten aan de Zaandijkers Cornelis en Arend Breet. Voor de twee molens en de pakhuizen “de Kreeft” en “de Spijker” betaalden zij het kapitale bedrag van Fl.31350,-. Wanneer Cornelis Breet in 1806 als laatste van de beide broers sterft, krijgen zijn twee zoons de beide papiermolens toebedeeld. Claas en Jacob Czn. Breet houden de twee molens ondanks de slechte economische tijden in bedrijf. In 1838 breidden zij het bezit nog uit door van de firma Blauw en Briel de witpapiermolen “de Herder” te kopen. Waarom zij dit doen is onbekend, want al in 1842 werd deze molen voor sloop verkocht. Deze verkoop luidde de langzame ondergang van het bedrijf in. Met het Herderskind bleven de broers werken tot 1856, op 1 juli van dat jaar werd de molen uit de collectieve brandverzekering het papiermakerscontract gehaald. Kort daarna is de molen gekocht door Pieter Donker, hij liet de molen verbouwen tot balkenzager. Wanneer in 1868 de spoorlijn Uitgeest-Zaandam wordt aangelegd, veroorzaakt dit voor de firma Donker problemen met de aan en afvoer van hout. Niet lang na de aanleg van het spoor kocht de firma Donker dan ook een stuk grond ten oosten van de spoorlijn en liet daarop een grote houtloods bouwen. Later werden er nog meer loodsen op dit erf gezet. In 1896 wordt de zoon van Pieter Donker, Dirk Donker de nieuwe directeur van de houthandel. Na zijn overlijden in 1914 wordt het bedrijf voortgezet door twee medewerkers, Piet Bakker en P. Schuddeboom, vanaf toen heette de firma v/h P.Donker & Zn.
In de avond van 17 november 1928 raakt het Herderkind in brand door een heetlopende krukas. Het was voor de brandweer onmogelijk om de molen, die ver in het veld stond, op tijd te bereiken. De eerste brandweerlieden kwamen pas bij de molen aan toen deze reeds was ingestort.
Het toeval wilde, dat juist op deze dag, meesterknecht Dirk Bakker na een dienstverband van 33 jaar afscheid had genomen van de molen. Met lede ogen moest hij toezien hoe de molen verbrandde.
De droogloodsen van de molen en ook het molenaarshuis bleven behouden tijdens de brand. Nadat zij eerst dienst hadden gedaan als opslag voor de kanovereniging en voor de scouting, verbrandden ook zij op 19 maart 1965.

Na de fatale brand kocht de firma Donker, de Zaandijker stoomzagerij “de Voorwaarts”, die in 1877 was gebouwd op het erf van de houtzaagmolen “het Konijn”. Met deze zagerij kwam de firma de oorlog door. Houthandel Donker fuseerde in 1970 met het Zaandammer bedrijf Houthandel P.Schipper. Later volgden er nog enkele fusies.

Het Herderskind was enigszins afwijkend van bouw. Dit had te maken met zijn verleden als papiermolen. Papiermolens hebben geen hoog onderachtkant nodig, de werktuigen van de molen vereisen dat niet. Een houtzaagmolen daarentegen heeft wat meer ruimte nodig voor de zaagramen met daaronder het zaagselkot. Met de verbouwing van het Herderskind moest men om de nodige ruimte te krijgen de borst van de molen laten verdwijnen. Dit hield in dat er tussen de stelling en de onderkant van de rietplanken slechts een stukje borst van ongeveer 20 centimeter overbleef.
Het Herderskind was met hout bekleed, ook dit was een erfenis uit zijn verleden als witpapiermolen. De oude droogschuur van de molen is tijdens de verbouwing ingericht als droogloods voor het hout. In deze droogloods kon men de gaten waarin de basten (touwen) liepen nog zien.
In het lijf van de molen was een geschilderd naambord opgehangen met daarop een afbeelding van een herdersjongetje met een lam. Het is verloren gegaan tijdens de brand.

Gerrit Husslage schrijft in zijn boekje “Viere Voor”, de volgende anekdote over het Herderskind:”Bij de houtzaagmolen “het Herderskind” zat er tussen de balken zoveel karper, dat iedereen daar wilde hengelen. De oude heer Dirk Bakker, die daar meesterknecht was, stelde toen een soort hengelakte in, die het recht gaf om in het bij de molen behorende water te vissen. De opbrengst van deze briefjes bestemde hij voor “Het Witte Kruis”, hij zocht dus geen persoonlijk voordeel. Het mooiste plekje voor de hengelaars bevond zich in een schuurtje van “het Herderskind”. Dat schuurtje was namelijk niet alleen geheel boven de sloot gebouwd, maar had bovendien een aantal losse vloerdelen. En zo kon men dus binnen zitten hengelen, waarbij men dan bovendien nog een goed doel steunde! De hengelliefhebbers van nu, die hun oren misschien al gespitst hebben, moet ik teleurstellen, want met de molen “het Herderskind” zijn de balken, het schuurtje en de karpers verdwenen….”

Het Herderskind is in zijn lange bestaansgeschiedenis vele malen in aanraking geweest met brand, vaak veroorzaakt door blikseminslag. Dit valt deels te verklaren door zijn standplaats ver in het veld. Een opsomming.
Op 6 mei 1810 raakte de turfschuur van de molen in brand, het vuur kon echter vlug geblust worden. Op 15 januari 1822 verbrandde de petmolen van het Herderskind. Deze werd gebruikt voor het oppompen van water voor de papierproductie. De schade werd gedekt door het papiermakerscontract. Op 12 september 1903 wordt de molen door de bliksem getroffen waarbij een roed wordt vernield. Op 5 augustus 1905 wordt de molen nogmaals door de bliksem raak geslagen, de schade werd hersteld.

Op Zaandijk bestaat nog steeds het Herderskindpad. Dit pad ligt iets ten zuiden van het gemaal “het Leven” en gaf van oudsher toegang naar de molens “de Herder” en het Herderskind.

Het complex van molen en schuren werd tot de fatale brand in een zeer goede conditie gehouden. Alles zag er even keurig uit en de molen stond goed in de verf.

Bronnen:
“De Papiermolens in Noord Holland” H.Voorn 1960 blz. 388-392
“Zaanse molenbranden” R.Couwenhoven 2001 blz. 81-87
“Zaanse Windmolens” P.Boorsma 1939 blz. 64-65
“Dat goede oude Zaandijk” G.Oosterbaan 1971 blz. 99/ 113
“Duizend Zaanse Molens” P.Boorsma 1968 blz. 163/ 167
“Viere Voor!!” G.Husslage 1966 blz. 74-75
“Encyclopedie van de Zaansteek” 1991 blz. 173-174


informatie F.Rol

aanvullingen

trivia
Papiermolen, later balkenzager “het Herderskind”, achtkante bovenkruier met groot schurencomplex, te Zaandijk in het Guisveld aan de zuidkant van de Noorderwatermolensloot, 570 meter ten westen van de spoorlijn. Bouwjaar 1693, verbrand in 1928.