Molen De Bijgeval, Utrecht

Utrecht, Utrecht
v

korte karakteristiek

naam
De Bijgeval
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01041 e
oude dbnr.
V1058
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 01041 e De Bijgeval (Utrecht)
Foto: n.n.

locatie

plaats
Utrecht
plaatsaanduiding
aan de Leidsche Vaart of Leidsche Rijn nz.
gemeente
Utrecht, Utrecht
streek
Vechtstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Buiten Catharijne C (1) 100 Jan Cornelis van Veersen, houdkoper
geo positie
X: 135282, Y: 455690
N: 52.08912, O: 5.09950

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
zeskante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
voorganger
geschiedenis
De molen stond naast de huidige herbouwde zaagmolen De Ster aan de Leidse Vaart en werd in 1909 gesloopt.
De voorganger van deze molen was een paltrokmolen uit 1739 die is verbrand op 11 januari 1815.
Nog in hetzelfde jaar werd de molen weer herbouwd.

Een van de oprichters van de eerste zaagmolen aan de Leidse Vaart, Arien van de Starren genaamd, kreeg in 1739 toestemming om op grond van Gerard van Beest, van beroep procureur, een grote zaagmolen te bouwen om het zwaarste hout dat alhier gebruikt werd, te kunnen zagen.
Hij mocht tevens een woonhuis bouwen en een kolk graven, mits de scheepvaart niet werd belemmerd en de vaart op behoorlijke diepte zou worden gehouden. Deze molen was de westelijke van de twee aan de noordzijde van de Leidse Vaart.
We moeten aannemen dat de molen in 1815 werd vernieuwd.
In een koopakte van 1868 wordt verklaard dat de molen op erfpachtsgrond stond volgens een contract van 1827.
Ook werd gezegd dat Cornelis Jan van Veersen "de molenloodsen, gebouwen en verder getimmerten daarop zijn doen stellen." Dit jaartal 1815 is bekend door een steen die aan de oostelijke zijkant van het stenen voetstuk van de molen is ingemetseld. De tekst luidde:

BY GEVAL.
C.I.V.V.
Ao.1815.

De letters zijn de afkorting van de naam van de eigenaar.
De erfpacht in het contract van 1827 bedoeld, werd in 1856 omgezet in eigendom door aankoop op een veiling van het bestuur der Verenigde Gods- en Gasthuizen te Utrecht. Hieronder behoorde ook het fonds van het vroegere Hiobsgasthuis. De erfgename van Cornelis van Veersen, zijn dochter Maria Martina Wuhelmina Elisabeth, was gehuwd met notaris Grutting. Zij verkocht de molen in 1868 op een openbare veiling. Voorwaarde hierbij was dat de koper gehouden zou zijn voor f 400,- het volgende over te nemen: 3 dommekrachten, een kleine dito, 4 mosterdpotten, 4 luiblokken, schuiven, 3 zethaken, een slaghaak, 4 kanthaken, 6 plukhaken, 3 korte ladders,een trap, 5 schragen, een fret,een aambeeld,een ijzeren gevel, een koevoet,6 balkijzers,een engelse sleutel, 4 moersleutels, 85 ijzeren hangsels, 70 sprieten, een snik, een spijkertrekker, een grote ketting, 4 trekzagen, 2 kleine kettingen, 6 paar klauwen, een ijzeren rolwagen, een schulpzaag, een kraanzaag, 175 zagen met kluchten, enige oude repen, een boot, een pont, een houtschuit, een gang houten kammen, een eikenhouten lessenaar, een ladder en een balkprikker.
De inzet had plaats door Grutting op f 7.500,-. Bij het mijnen werd Hendrik van Tricht eigenaar op f 550,-. Hij verklaarde gekocht te hebben voor hemzelf en Johan Jacob Kukuffsky. Nog het zelfde jaar verkocht laatstgenoemde zijn halve molen aan Van Tricht voor f 4.000,-.
Deze Van Tricht was een zeer godsdienstig man, voortkomende uit de afscheiding van 1834. Hij zal vermoedelijk op grond van zijn godsdienstige begrippen van oordeel zijn geweest, dat de ketterij, die uit de naam van de molen bleek, niet geduld mocht worden. In het front van de kap van de molen liet Van Tricht de naam schilderen:

BY GEVAL
NIETS.

In 1890 verkocht Van Tricht zijn molen aan Willem de Wit voor f 15.000,-. In 1909 werd de molen onttakeld en als elektrische zagerij ingericht.

Bron: onbekend.

nog waarneembaar
Het balkengat.

aanvullingen

trivia
De tekst in de kap van de molen werd GEWIJZIGD door de laatste eigenaar in "Bij Geval Niets". Oorspronkelijk was dit echter: "Niets gebeurd bij geval want God bestuurd het Al"... een heel andere strekking dus dan de gewijzigde tekst.
Mike D. Ekelschot.
-----

Bij de oprichting van een brandverzekeringscontract voor Amsterdamse molens op 18 december 1759 staat een molen De Bijgeval vermeld. Of dat om deze molen gaat of om een Amsterdamse molen, is ons niet bekend, er staat ook geen eigenaar bij vermeld.
Bron: Stadsarchief Amsterdam.