Omdat de standerdmolen moest verdwijnen vanwege wijzigingen aan de vestingwerken, werd in opdracht van Jan Bouts op het bolwerk een nieuwe achtkante molen gebouwd.
Op 28 september 1662 werd voor de erfpachtsom van 4 pond een windbrief (het recht om een molen te mogen bouwen en exploiteren) voor een korenmolen te Muiden verstrekt aan Jan Bouwensz. Gooren.
Bron en algemene informatie: www.gahetna.nl, index Grafelijkheidsrekenkamer: windrechten (molens). Genoemde Jan Bouwensz. Gooren is ongetwijfeld dezelfde persoon als Jan Bouts.
Toen in 1664 Jacob Meijnderts de molen met toebehoren overnam, moest hij jaarlijks vier gulden windgeld afdragen aan het kantoor van de Domeinen te Haarlem.
In 1696 en 1698 ging de eigenaar van de molen failliet. Het malen van koren alleen leverde niet genoeg op, de branderijen van Adriaans en Stoel en de brouwerij van Blay gaven extra werk.
Amsterdamse Courant, 17 sept. 1735:
"Uyt der hand te koop een Neerinryke Agtkante Wind Koorn-Molen, zynde een Dwang-Molen, staende tot Muyden, met al zyne Ap- en Inpendentien, Paerd en Kar; nader onderrigtinge by den Molenaer aldaer, of aen Jacob Lockhorst Mr. Metselaer tot Muyden, en by Cornelis van der Horn Mr. Scheeps Timmerman tot Breukelen."
Toen het malen van mout vanwege dreigende hongersnood in 1771 werd verboden, raakte de toenmalige eigenaar Boudewijn van de Bergh in problemen en poogde toestemming te krijgen voor het malen van snuif. Verder werd in mei 1801 een stijfselfabriekje opgericht dat tarwemeel nodig had als grondstof. Mogelijke afzet van veevoer aan boeren stuitte op concurrentie van de rosmolen op de Herengracht.
Theodorus van Niekerk was de laatste actieve molenaar. Hij kocht het bedrijf in 1901 voor ƒ 5500, sloopte de stal en bouwde het huidige woonhuis. Van hout vanwege de Kringenwet. Door de concurrentie van de rosmolen, later motorische maalderij op de Herengracht (Tenbruggencatenummer 16906) ging Van Niekerk failliet en werd de molen in 1906 voor ƒ 1900 overgenomen door de eigenaar van de rosmolen, Arend van Veeren. Hij ontmantelde de molen en sloopte de wieken en de molenkap, en richtte de molenromp in als opslagplaats.
Op 21 juli 1911 nam Gerardus van Nes de romp voor ƒ 2000 over en nam hem in gebruik als stal voor zeven koeien en wat pluimvee. De verdieping diende voor opslag. In de zomer van 1933 brak brand uit, waarschijnlijk als gevolg van hooibroei. In het voorjaar van 1934 werd de opbouw vernieuwd, die tot 2005 zo zou blijven.
Bron: "Onze Muider molen", art. door S.C. van Diest in Tussen Vecht en Eem, 1996 nr. 2, blz. 98-101.
-----
De stenen veldmuren met een stukje opbouw waren nog over, maar halverwege 2005 is ook het laatste resterende gedeelte van de molen verdwenen. T.z.t. komt er (volgens de bewoner van het huis dat er tegenover staat) een reconstructie van het achtkant met rietbedekking voor terug.
Willem Jans, 26 dec. 2005.
Molen 00814 c De Spiering (Muiden)
boven: Ansichtkaart collectie Ton Meesters onder: afbeelding, collectie Rob Pols
De molen stond even buiten Muiden, bij de Weespersluis. Hij verdween al voor 1900 door afbraak.
Bron: "Molens in Noord-Holland in oude ansichten", 1980.
Het gegeven uit Molens in Noord-Holland in oude ansichten dat de molen al vóór 1900 door afbraak zou zijn verdwenen kan niet juist zijn daar de molen in De Molenaar van 13 juni 1906 te koop wordt aangeboden. Verkoop werd begeleid door makelaar Johs. Gijzelman en notaris Hendrik Wertheim beide te Amsterdam.
Erik Stoop, 18 feb. 2009.
